Woord van de maand Juli
God is niet ver van eenieder van ons. In Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij. Hand. 17: 27-28
Paulus werd gebracht voor de Areopagus, dat is het hoogste gerechtshof in het oude Athene. Maar het is ook een college; vergadering van geleerden.
Paulus werd ervan beschuldigd, een verkondiger te zijn van vreemde goden. De vergadering vroeg Paulus om hen te vertellen aangaande de nieuwe leer. Welnu, Paulus begon met “Atheners, ik zie aan alles hoe diep religieus jullie zijn.”
Het woord religieus betekent in wezen, respect voor het bovennatuurlijke. Door de opmerking van Paulus omtrent hun godsdienstigheid kreeg hij aandacht van hun. Paulus zei verder “Ik ben de stad binnengelopen en ik heb voorwerpen van uw verering bekeken. Ik heb ook een altaar gevonden met het opschrift: aan een onbekende god.”
Paulus wist van de Atheners dat ze veel natuurverschijnselen toeschrijven aan de goden. De Atheners wilden bij iedere god, in een goed blaadje staan. Maar omdat ze niet alle goden kenden en om er zeker van te zijn dat ze geen enkele god zouden overslaan, werd er ook een altaar gemaakt voor de onbekende god. Paulus wist dit en daarom zei Paulus tot de Atheners: “Wat gij zonder het te weten vereert, dat verkondig ik u.” Paulus zag verschillende altaren, maar gaf geen waardeoordeel. Hij keurde het niet goed, maar pakte het anders aan door aan hen te zeggen: “Atheners, God is de Schepper en de Heer van het heelal: De God, die de wereld gemaakt heeft en al wat daarin is, is de Heer van de hemel en aarde. God is de Enige, die verheven is boven alles wat bestaat. Het zou dus wijs zijn om zich bij deze God aan te sluiten. Want deze God is volkomen onafhankelijk! Hij woont niet in tempels met handen gemaakt, en laat Zich ook niet door mensenhanden dienen. Deze God heeft niets nodig, omdat Hijzelf aan allen leven en adem en alles geeft. God heeft uit een mens het gehele mensdom laten voortkomen, om op de hele aarde te wonen. God bepaalt de tijden en de grenzen van hun woongebied. God heeft in de mens een diep verlangen naar het goddelijke gelegd. God wil dichtbij de mens zijn, bij eenieder van ons.”
Het altaar voor de onbekende God maakte duidelijk dat de Atheners erkenden dat de vele goden die ze hadden, niet voldoende waren. Ze hadden nog iets of iemand nodig. Paulus zei aan de Areopagus dat God toegankelijk is voor de mens. God is niet ver van eenieder van ons! In Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij! Ons leven komt uit God voort. God, die boven ons verheven is, heeft de mens lief. In de relatie tussen God en mens zijn wij vrij van de schuld van de zonde, omdat onze zonden zijn vergeven. Het ervaren van Gods liefde, vergeving en aanvaarding brengt grote blijdschap met zich mee. En er is een stralende hoop voor de toekomst, omdat wij weten dat degene die de toekomst vasthoudt ook onze handen vasthoudt. Terwijl God ernaar streeft een relatie met ons te hebben, dringt God Zich niet op in ons leven. Laat ons ervoor zorgdragen dat wij ons afhankelijk stellen van God, dan mogen wij leven. Amen!