Geliefde broeder, ik hoop dat het u in alle opzichten goed gaat en dat u gezond bent. Dat
het uw ziel goed gaat. 3 Joh. :2 (NBV)
In de derde brief van de apostel Johannes noemt hij Gajus één van zijn kinderen! Hij begint zijn
brief met een gebed voor de gezondheid van Gajus en bidt dat het hem in ieder opzicht, dus
naar ziel, geest en lichaam, goed gaat, dat hij gezond is en goed kan functioneren. Johannes
bidt ook dat zijn handel en wandel voorspoedig zal zijn. Waarschijnlijk hoorde hij tot de
gemeente waar Johannes zijn vorige brief aan geschreven had. Wat de apostel Johannes van
deze Gajus kan zeggen, is dat hij iemand was die in waarheid en liefde wandelde, iemand die
een belangrijke plaats in de gemeente in nam. Johannes hoorde van broeders, die bij Gajus
gelogeerd hadden, dat Gajus het woord van God niet alleen gehoord en verstaan had, maar het
ook in zijn leven toepaste! Hij leefde het voor! Ze hadden niet alleen geestelijke gemeenschap,
maar ervoeren ook de liefde die Gajus hen bood in hun levensonderhoud. Johannes vroeg hem
dan ook door te gaan gastvrij te zijn en rondreizende evangelisten, die hun huis en haard
verlieten om het evangelie te verkondigen, op te vangen. De reizende broeders getuigden
overal waar ze kwamen over de goede behandeling van Gajus. Johannes was dankbaar
wanneer broeders zo positief spraken over medebroeders, die door Johannes’ verkondiging van
het evangelie tot geloof kwamen en volhielden. Hij dankt God voor die genade! Deze brief is
tegelijkertijd een aanbeveling voor Johannes bij de broeders. Johannes wil graag persoonlijk
met Gajus en de gemeente praten over de problemen in de gemeente. Het was moeilijk en
wekte eerder droefheid op bij deze grote apostel. Dwars door de problemen in de gemeente
heen, wenst Johannes zijn geliefde broeder Gajus vrede toe. Vrede, dus rust in het leven. Gajus
mag in alle rust zijn levensweg met de Heer vervolgen. Gajus weet dat als hij een zoon van de
vrede is, de vrede op hem zal rusten’. Moge de vrede des HEREN ook de onze zijn! Amen.